Products You May Like
Het kabinet moet snel werk maken van gezondheidsbevordering en sociaal-economische gezondheidsverschillen verkleinen. Dat en meer schrijft de SER in het vandaag uitgebrachte briefadvies ‘Gezond opgroeien, wonen en werken’. Meer gezondheid betekent een hogere arbeidsdeelname – zeer gewenst in deze krappe arbeidsmarkt – en een grotere economie. Ook maken gezondere mensen minder of later gebruik van zorg.
Mensen leven langer
Volgens de SER leven mensen in Nederland langer dan ooit, maar zijn de verschillen groot. Zo worden theoretisch opgeleide mensen gemiddeld vijf jaar ouder en leven zij gemiddeld veertien jaar langer in goede gezondheid dan praktisch geschoolden. Ook leven de 20 procent meest welvarende mensen in Nederland ruim acht jaar langer, en 24 jaar langer in goede gezondheid.
Wegnemen van maatschappelijke oorzaken
Gezondheidsbevordering is belangrijk voor het welzijn en (financiële) onafhankelijkheid van mensen en maakt Nederland veerkrachtiger: gezondere mensen kunnen beter meedoen aan de samenleving en de arbeidsmarkt. De SER adviseert het volgende kabinet om beleid vooral te richten op het wegnemen van maatschappelijke oorzaken van gezondheidsrisico’s én op het verbeteren van de gezondheid van iedereen, met extra aandacht voor mensen in een kwetsbare positie.
Geen extra loonheffing
De Raad stelt onder meer voor om vaart te maken met de ‘gezonde generatie’ (o.a. kinderen vanaf de kinderopvang tot en met het voortgezet onderwijs meer te laten bewegen tijdens de schooldag) en werkgevers die investeren in vitaliteit niet langer te straffen met een extra loonheffing.
Meer werken moet lonen
Werk en inkomen zijn volgens de SER belangrijke voorwaarden voor een gezond leven. Ondanks de krappe arbeidsmarkt staan er echter nog altijd veel mensen langs de kant. SER-kroonlid en econoom Marike Knoef zegt vandaag in de Telegraaf dat dat soms ook te maken heeft met strakke regelgeving. Zo moet het lonend zijn om meer uren te gaan werken. ‘Nu zien parttimers die extra willen werken hun toeslagen achteruit gaan, waardoor het extra werk nauwelijks iets oplevert.’