Products You May Like
De positie van kleine en middelgrote bedrijven in de infra staat onder druk. Ze krijgen steeds minder bouw- en onderhoudsopdrachten van Rijkswaterstaat, mede doordat de procedures, eisen en administratieve voorwaarden bij aanbestedingen te zwaar zijn opgetuigd. Dat blijkt uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van een aantal brancheorganisaties* in de infra, dat voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland namens hen vandaag in Den Haag heeft aangeboden aan minister Harbers van IenW.
Onderhoud belangrijk
‘Rijkswaterstaat laat nu kansen liggen, want er zit ontzettend veel innovatie, expertise en vakmanschap in het mkb. Door serieus aan de slag te gaan met de aanbevelingen in het rapport kan Rijkswaterstaat daar veel beter gebruik van maken.’ Bij provincies en gemeenten verwerven mkb-infrabedrijven veel meer werk, vaak omdat daar specifiek beleid is gemaakt om de kansen van het mkb te vergroten. Volgens het EIB is dat bij Rijkswaterstaat heel anders, waardoor het aantal opdrachten aan het mkb steeds verder terugloopt en de positie van kleine en middelgrote bedrijven hier onder druk staat. ‘Onderhoud van onze infrastructuur is een van de belangrijkste opgaven waar de infrasector de komende periode voor gesteld staat. Het mkb is goed voor 75% van de werkgelegenheid in deze sector. Als nieuwe opdrachten voor deze veelal lokaal gewortelde bedrijven wegvallen, dreigen daarmee ook banen en een deel van de noodzakelijke expertise te verdwijnen’, zo concluderen de betrokken brancheorganisaties op basis het EIB-onderzoek. Zij wijzen daarbij ook op het bijdrage van deze bedrijven aan de brede welvaart van de regio en als opleiders van nieuw personeel.
Disproportionele eisen
Volgens het EIB zijn mkb-bedrijven in de sector ruimschoots geëquipeerd om behalve onderhoud ook moeilijker geachte design- en constructopdrachten uit te voeren. Dat ze steeds vaker bij Rijkswaterstaat buiten de boot vallen, heeft onder meer te maken met disproportionele eisen en het clusteren en combineren van verschillende disciplines in opdrachten. ‘De gids Proportionaliteit bij aanbestedingen moet het mkb beschermen tegen het nodeloos clusteren van opdrachten. Rijkswaterstaat claimt echter onvoldoende personeel te hebben om disciplines als grondwerk of bruggenbouw apart aan te besteden. Zo gaat Rijkswaterstaat tegen de wetgeving in en verschuift haar probleem naar ondernemers die uiteindelijk geen toegang meer krijgen tot de opdrachten.’
Onderscheid tussen projecten
Het EIB doet in het rapport aanbevelingen voor de verschillende knelpunten. Zo kan Rijkswaterstaat de kansen voor het mkb vergroten door onderscheid te maken tussen de grootte van projecten. ‘Hanteer voor opdrachten tot 35 miljoen bijvoorbeeld minder zware administratieve en procesmatige eisen en denk voor projecten onder die grens aan een mkb-toets. Grote(re) projecten kunnen in meerdere percelen worden aangeboden aan de markt, zoals bij vervangings- en renovatieprogramma’s nu al vaak gebeurt.’
Horizontale samenwerking
Het EIB-rapport biedt ook aanbevelingen voor ondernemers zelf, zoals het omarmen van horizontale samenwerking. ‘Ondernemers willen niet standaard als onderaannemer worden ingezet, maar zelf het werk doen. Samenwerking is dan essentieel. Het is goed voor het ondernemerschap, maar ook voor het behoud van het schaarse personeel in de sector dat anders via inhuur bij grote bedrijven uitstroomt.’
Met de overhandiging van het rapport aan minister Harbers vragen de brancheorganisaties aandacht voor de positie van het mkb in de inframarkt en voor continuïteit in productie, teneinde ook werkgelegenheid en vakmanschap in dit deel van de sector te kunnen behouden.
*MKB Infra, Bouwend Nederland, Vereniging van Waterbouwers, Cumela en VHG